Lipi’s zegje 12/21

Gepost op:

Van “petrol “ geven…

Niet moeilijk als je in het mekka van de olie-industrie zit, ter herinnering op het wereldkampioenschap trampoline in Baku. We hadden ook geen keuze. We bevinden ons tussen het unieke groepje geselecteerden van alle landen ter wereld die beschikken over kaders met veren en een net: trampoline genaamd. We zijn er met vier van Beveren voor de grote trampoline, een viertal tumblingsters en één dubbele minitrampolinespringer ook met een driekleurtje op de rechterschouder van het trainingspak. De delegatie bestaat verder uit een coach voor deze laatste, twee voor de tumblingers en mijn oudste dochter en ikzelf voor de grote trampoline. Eentje van ons twee moet alles zelf bekostigen van de federatie omdat die niet wil instaan voor de veiligheid van onze springers tijdens het synchroonspringen. Verzekeringsgewijs een onwaardige en onverantwoorde beslissing als men zich de officiële gymfederatie van ons land noemt. Prioriteit nummer 1 kan niet anders dan gelden “ de veiligheid”, maar ja…. . Ooit werd een atlete (lang geleden hoor) door de firma Beaulieu met hun privéjet gerepatrieerd van uit Spanje omdat ook toen de federatie geen verzekering had voor atleten die ons land vertegenwoordigden in het buitenland. U ziet maar, atleten komen dikwijls slechts op de tweede plaats.

Onze taak dus….

“Van petrol geven”, ’t enige wat we moesten doen. Simon is al vijf jaar onze enige klasbak die ’s werelds grootste wedstrijd kan meedoen. Zoals eerder gesteld kon hij zich voor twee nummers selecteren, individueel meedoen en met zijn ondertussen vijfde synchroonpartner en jongeling die voor het eerst in de arena werd gegooid: Darwin, in het synchroonspringen. Voor die laatste was het wel even een shocktherapie. Als achttienjarige, twee jaar zonder echte grote competitie (behoudens de twee weken eerdere internationale wedstrijd in Colomiers waar hij de toon van zijn ambities zette door te winnen) en subiet al met de groten der aarde geconfronteerd worden. Mensen die anderhalve meter hoger springen, nog enkele salto’s en schroeven meer kunnen in hun vrije reeks en hun tenen en benen kunnen strekken alsof ze tussen een bankschroef hebben gezeten. En ja… hij was de eerste dagen wel wat van zijn melk, dat betekent, vrij zwijgzaam, aarzelend zijn trainingen beginnen en zijn zoveel ingeoefende springstof niet explosief ten berde brengend. Dat lukte dan ook niet om de synchroonoefeningen door te springen in ’t begin. Wat peptalk en vooral zijn adrenaline aanwakkerend kwam dat de laatste trainingssessie voor de wedstrijd toch op gang, resulterend in een  eerste  volledige oefening. Wij de coaches moeten er blijven in geloven, het vuur moet aan de petroleumlamp hoor want wij willen kost wat kost goede resultaten neerzetten om onze sport weer een boost te geven.

Ondertussen….

Covid alom, testen vooraf, mijn dertiende wisser, ter plaatse in het Park-Inn hotel, één of andere Azerbejdjaanse schone die ook de stokjes flink ronddraait in je neusgat om 11 uur ’s avonds bij aankomst. De volgende morgen is de uitslag er al en iedereen “ negatief”. Positief nieuws dus. Voor een Duits jurylid loopt het minder goed af. Eén dag na aankomst, rode kaart, positief en meteen 10 dagen opgesloten op zijn kamer, reist dus niet af na de week van competitie, krijgt een aparte kamer en zijn maaltijden worden in een plasticverpakking aan zijn deur gezet. De Duitse delegatie krijgt een tweede sneltest (allen negatief) en mag buiten de trainingssessies en de competitie niet in de zaal postvatten. Joepie…., leuk hé een wereldkampioenschap.

Even onze Core-business beschrijven.

Een dagje wedstrijdvoorbereiding ziet er zo uit bij deze gelegenheden:

’s Morgens:  ontbijt (overal mondmasker te dragen en je handen worden bij het binnenkomen van het hotelrestaurant ontsmet door een ingezette vrijwilliger. Alle voedsel is in plasticdoosjes verpakt en de warme gerechten worden je op een bord geserveerd door een ober.

Tijdschema volgen:  een uur voor de training mag je de minibus in, waar je, voor je gemuilkorfd instapt weerom je handen wordt ontsmet. Aankomen aan de gigantische sportarena na een helse rit (waarover verder meer) opnieuw ontsmetten, gezichtsscan, lichaamsscanner en al je bagage door een dito apparaat, nog eens je badge doorlichten en dan kan je steeds met een totevodde op in de sporthal rondlopen. Trainingssessies zoals gepland in de verschillende zalen, gemondmaskerd naar het sporthalrestaurant waar obers je maaltijd, op je aanwijzen, opscheppen.

Wat in de zaal lummelen, rusten of de andere delegaties gadeslaan en dan mag je je tweede trainingssessie aanvatten. Coaches moeten ten allen tijde hun mondmasker ophebben.

Op een vastgesteld uur brengen de kamikazepiloten je terug naar het hotel en dan is het al snel tijd om je bed op te zoeken, want dit is echt wel vermoeiend. De stress begint ook zijn werking te doen.

Baku, parel aan de Kaspische zee???.

Tom Waes had er ook weinig pret beleefd tijdens zijn reizen Waes. Ik wist wat ons te wachten stond, maar onze jeugd nog niet. ’s Avonds en ’s nachts is de stad één en al kerstversiering, maar dan het hele jaar door. De, in de laatste dertig jaar, – ja zo jong is de zogezegde democratie in het land-, op speed bijgebouwde uitdijende stad heeft zoveel led-verlichting op alle architecturale nieuwigheden en misbaksels dat het niet meer schoon is. De drie torens op ’t hoogste punt van de stad, naast het historische oude centrum die de naam van het land symboliseren (Land van vuur) vergaan een beetje in hun verlinchtings glorie omdat – om het met Vandenboeynants te zeggen: ‘trop is te veel’. We deden een poging om de torens binnen te komen om de stad van bovenuit te overschouwen, maar geen drie meter binnen en daar is de security al om ons wijs te  maken dat het overal kantoren zijn .” “No tresspassing” dus.

Er bleken geen auto’s op de parking te staan en vooral geen kat aanwezig, behalve security dan . Conclusie: Alles is fake, schone schijn met een oleigeurtje.

Niemand is er werkloos vermoeden we. Overal zijn straatvegers bezig. Een authentieke bezem van een flinke tak met wat biezen aan is hun gereedschap en zelfs de boorden van de snelwegen worden ermee schoongemaakt. Proper is het wel, maar er is een allesoverheersend element aanwezig.

Het aroma van Baku:

De Geur van Petroleum. Dichtbij  het kalme kabbelende water van de Kaspische zee staan vele raffinaderijen en het methaangas geeft een blijvende vlam die altijd zichtbaar is. De tweede dag van ons verblijf stak een heuse storm op en  de sportarena (op zowat een halve km van de oliefabriek) rook de hele dag naar het goedje. Gezond hé.

Laat alstublieft ginder iedereen een cursus autorijden volgen want het is er één chaos. Ik zei al dat onze minibusjes racepiloten hadden. Eén keer met de richtingspinkers flikkeren is daar genoeg om van het vijfde vak naar het eerste te zwenken, om tien seconden later weer naar ‘t zevende vak te switchen, flink toeterend, gebaren makend en volle gas gevend. Je schrikt je een aap als je op de witte lijnen die de vakken scheiden plots een heel gezin tussen de voorbijrazende wagens ziet staan om toch maar de overtocht te wagen. Waaghalzerij van het eerste uur. Als men ooit het milieu moet redden, begin dan maar eerst in deze landen, Trump zou het een “hell-hole “noemen.

Patriottisme ten boven ook, maar we vermoeden dat dit een soort reclamestunt van president en co moet zijn. Op alle grote wegen en invalsroutes hangen aan alle balkons van het gepeupel Azerbeydjaanse vlaggen. Eenmaal een binnenwegje nemend zijn ze plots verdwenen. ’t Is iets van: “de staat zorgt voor u maar maak maar een beetje reclame ervoor”.

Winkelstraten zijn er super luxueus uitgerust met alle mogelijke luxemerken, maar veel bezoekers zie je er niet. Kortom, wil je eerstdaags een speciaal reisje boeken, negeer dan alle publiciteit over Azerbeydjan, ’t is de moeite niet.

Glunderen met een nasmaakje…

Wat altijd aan een wereldkampioenschap voorafgaat zijn immens veel trainingen, stressmomenten op de selectieproeven, proberen kwetsuurvrij te blijven en toeleven als een paar paters naar het evenement toe. We zijn er geraakt. Nu is het tonen dat je verdient er te staan. Individueel moeten we toch nog vooral mentale stappen zetten. We kunnen hier echt misschien wel een halve finale halen maar dan moet het top zijn. Ook deze keer slaagde Simon er niet in zijn reeksen volledig te tonen dus is het nagelbijtend wachten op het synchroonspringen. Als ook dat op een sisser afloopt dan is alles voor niets geweest en zijn onze enige Belgen die ook maar kans maken hier te zijn “gebuisd” voor hun werk.

We moeten als zesde paar aantreden in de derde groep deelnemers.  34 koppels staan er op de lijst.

De eerste reeks gaat zeer goed en we staan op plaats 14 . Vrije reeksen durven op synchroonvlak nogal eens in de soep te draaien, en ook hier gaat je tikker als coach fel de hoogte in als ze opspringen. Elke sprong tel je in je hoofd mee en wat voor een reeks zetten onze boys hier neer. We staan negende en met nog vijf combinaties te gaan zitten we in finale (slechts één koppel per land kan in de finale geraken en de Portugezen staan er met twee voor ons). Dit zou op zich al een unicum zijn in onze trampolinegeschiedenis, dat is die negende plaats al. Afdruipen geblazen als de Japanners slechts drie luttele tienden van een punt beter doen. Toch een fantastisch resultaat  maar als eerste reserve op het bord staan is toch achteraf wat zuur. We zijn het vooral waard ertussen te staan en daar zijn we ongelooflijk fier op. 10° op de wereld, niet slecht hé!!!

Twee generaties op de werkvloer.

Je kennis doorgeven is één. Die kunnen doorgeven aan je kinderen is twee. Maar dan met je eigenste dochter, die ondertussen meer dan die knepen van het vak heeft meegenomen en eneneens de microbe van de club en alle technische bagage erbovenop heeft opgepakt, samen als nationale coaches op een wereldkampioenschap te staan, daarvan krijg ik de tranen in de ogen. We vullen mekaar goed aan. Bovendien heb je eindelijk eens iemand ter  plaatse  waarmee je lief en leed deelt en kan overleggen wat eventuele komende stappen zijn. Fantastisch om samen de stressmomenten mee te maken, om evaluaties te maken en om in de toekomst heel veel plannen al op tafel te smijten tijdens de rustige momenten in het hotel. En  plannen, die hebben we gemaakt hoor , vooral omdat we voor eeuwig en altijd gezworen hebben om altijd iemand (liefst van onze club natuurlijk) naar de wereldkampioenschappen te kunnen sturen onder het waakzaam oog van vader en dochter.

Wie weet … staan er ooit drie generaties op de werkvloer op zo’n grandioos wereldkampioenschap.

Blijven Petrol geven….

Onze kalender:

  • 4-5 december                   Champ de France par équipe in St-Etienne (3 ploegen van Lenig en vlug)
  • 6 december                       niet vergeten : Sinterklaas komt
  • Kerstverlof                         ministage in de trampolinehal bij ons
  • 1 januari                              de start van een hopelijk volledig competitie jaar.